Hotel de botel

Alleen jouw silhouet
doet mijn hartslag al versnellen.
Alles
laat ik uit mijn handen vallen
de wereld versmalt tot ons.

Betoverd door ogen
azuurblauw als de Middellandse zee.
Wapperende haren als een Romeinse god.
Een stem die een aria zingt als een gondelier in Venetië
maar ook zachte zoete woordjes fluistert.
Jouw lijf als een beeldhouwwerk van Michel Angelo.

Vingers schilderen als penselen
de contouren van mijn lijf.
Onze handen boetseren onze liefde.
Alles
aan jou verleidt me
om samen onder te gaan
in een zee van liefde.

 

Herinnering aan Felix

Ik heb zo’n zwart-witte kat gehad. Zo’n Felixkat, je kent ‘m wel uit de reclame van kattenvoer.
Nou heette die kat van mij ook Felix want mijn zoon  heeft een tijd de gewoonte gehad de katten naar merken kattenvoer te noemen. Zo hebben we ook een Tompoes en een Sheba gehad.

Felix is 16 jaar en ik ben jaloers op dat beest. Jaloers op de soepelheid van die heer op leeftijd. Oké, hij heeft een beetje hulp nodig om op de schutting te klimmen. Maar toch. Kijk hem nou eens zitten. In het najaarszonnetje, balancerend op de plankdelen van de schutting. De voorpoten op één plank, de achterpoten op twee planken en de staart gekruld om een derde. Zijn neus vooruit, de nek gestrekt, de kop richting zon alsof hij zo dicht mogelijk bij de zon wil komen.

Jaloers ben ik op zijn gevoel voor evenwicht. Want laten we wel wezen, ik was allang van die schutting gelazerd. Jaloers op zijn relaxte manier van genieten. Onverstoorbaar. Niet onder de indruk van de  beukennootjes en de eikeltjes die nu aan alle kanten om hem heen uit de bomen vallen. Niet verleid door vogels die met een hoop drukte voorbij komen. Hij ziet er geen smakelijke hap in en het is hem nu waarschijnlijk ook teveel werk. Nee, hij geniet teveel van dit prachtige nazomerweer.  En de vogels ….. die weten het inmiddels wel. Felix heeft geen interesse in ze, dus zijn ze minder op hun hoede.

Soms valt ie in slaap daar boven op die schutting. Om met een enorme plof wakker te worden. In een dik  zacht bladerdek terecht gekomen en zich afvragend wat ie daar nu weer doet. Even een geritsel en een gescharrel door de bladeren en ja hoor, daar is ie weer bovenop de schutting om weer relaxt weg te doezelen. Geen angstdromen over doorwerken na je 65ste. Geen vragen over hoe zijn pensioen er uit zal zien. Geen problemen over huisvesting en verzorging. Een paar keer zielig mauwen en zijn baasje laat hem wel weer binnen.

Nee, Felix die kat op leeftijd, heeft het nog niet zo slecht.

Herfstwarmte

Het is een mooi herfstdag in 1958. De goudgele en roodbruine bladeren van de bomen gloeien in de zon. Een eekhoorn rent voorbij over het gras, onzichtbaar zingt een merel  zijn lied. Binnen brandt de kachel al, want het is best fris geworden in huis. Ik zit in de voorkamer waar veel ramen met glas in lood zijn. Dat geeft een speciaal licht, vooral nu. De kou komt met gemak door de ruiten. Zelfs de zware bordeauxrode velours gordijnen houden hem in de winter nauwelijks buiten. De tussendeuren met de kleine glas-in-loodraampjes zijn dicht geschoven. Er staat een kolenkit naast de kachel. Zo meteen moet iemand van ons dat ding in het kolenhok gaan vullen. We hebben er allemaal een hekel aan, helemaal achter in de tuin in het donkere onverlichte hok kolen scheppen en heel erg oppassen dat je niet zwart wordt. Wat bijna een onmogelijke opgave is, het gruis is overal. Maar nu hoeft dat nog niet, de kachel brandt nog als een beste.
Lees verder “Herfstwarmte”

Kuifmezen, de vogels zijn gevlogen (3)

Er ligt een vreemd hoopje op een van de plantenbakken. Het is een dood vogeltje, een van de meesjes. Hoe komt ie daar? Zelf kan hij nog niet vliegen. Heeft een van de ouders hem het nest uitgewerkt? Te mager, te klein, te weinig overlevingskansen? De keus is snel gemaakt, de ouders moeten aan de rest van het nest denken.
De volgende dag ligt er weer een dood vogeltje. Er is een harde strijd gaande. Een jong wordt bijna geplet door de anderen. Hij blijft achter in de groei.
Survival of the fittest.
Er blijven  uiteindelijk maar vier vogeltjes over. Lees verder “Kuifmezen, de vogels zijn gevlogen (3)”

Koolmezen = kuifmezen (2)

“In mei leggen alle vogels een ei.”  Hoewel het nog april is, lijkt het er op dat er eitjes zijn gelegd en dat er gebroed wordt. Het zal wel door het warme weer komen dat ze zo vroeg zijn..
Begin mei zijn er jongen want  ik zie  twee  vogels af en aan vliegen met in hun bekjes kronkelende rupsjes. Elke minuut een voedselvlucht.

Ik heb bewondering voor de beide ouders. Wat een werk hebben die aan hun kroost.
’s Morgens rond half zes vliegen ze voor het eerst uit en dat gaat de hele dag door
tot een uur of acht. Alle bomen en struiken worden afgestruind op zoek naar voer. Er lijkt geen moment pauze te zijn. Lees verder “Koolmezen = kuifmezen (2)”

Luilekkerland

Op de eerste verdieping van ons jaren-dertig huis was de werkkamer van mijn vader. De paneeldeur kraakte en piepte als je hem opende. Ook de eerste planken van de vloer kraakten, en ze bogen door onder je gewicht.
Ik ging vaak naar die kamer, al was het verboden terrein. Ik was behendig in het omzeilen van al dat gekraak en gepiep.
Eenmaal binnen stond ik altijd een paar tellen stil om rond te kijken, rook dan de aparte geur van mijn vader die zich elke ochtend aan de wastafel waste. Een geur van opgedroogde washandjes vermengd met Old Spice, boeken, stencilinkt en sigaretten.
In het midden van de kamer stond een groot eikenhouten ladenbureau. Daarop stond een loodzware gietijzeren typemachine, een Remmington uit 1949, waarop mijn vader dagelijks aan het werk was, naast zijn “gewone” baan bij De Wereldomroep.
Door de kamer had zich een slingerpad gevormd, zodat je voorzichtig manoeuvrerend tussen de opgestapelde boeken en tijdschriften bij het bureau, of om de stencilmachine heen, bij de wastafel of de ramen kon komen. Er lag tapijt, maar dat was nauwelijks te zien. Elk plekje op de vloer was bezet. Overal waar je keek stonden of lagen boeken, tijdschriften en dozen met van alles en nog wat. Aan de muren waren van grond tot plafond boekenplanken bomvol met boeken bevestigd. Een bibliotheek aan huis met een paar duizend boeken! Een wisselende collectie, want mijn vader kreeg vaak boek ter recensie toegestuurd. Over elk onderwerp was er wel iets te vinden.

Ik kon in die kamer al wegdromen door alleen maar naar de ruggen van de boeken te kijken. Rode ruggen met gouden letters, glimmende ruggen met half zichtbare foto’s, smalle dunne boekjes, stoere boeken, oude muffe boeken of boeken waarvan je de drukinkt nog kon ruiken. Een caleidoscoop aan geuren, kleuren en gevoel.
Luilekkerland.

Geluk

Er waren eens een man en een vrouw. Ze hielden erg veel van elkaar.
De man vertelde aan iedereen die het maar wilde horen hoe gelukkig hij was met zijn vrouw. Dat hij zo geboft had met haar, veel van haar hield en veel van haar had geleerd. Zijn vrouw vertelde hij dat zij de enige was en dat hij alles voor haar over had.
Dus begon hij een verhouding.

Ze verhuisden naar een groter en mooier huis met een prachtige tuin.
En weer vertelde de man aan iedereen die het maar horen wilde dat ie zo gelukkig was met zijn vrouw en zijn nieuwe huis met de prachtige tuin en dat hij er goed voor zou zorgen.
Dus nam de man vakantie  en ging op alleen reis.

De man en de vrouw kregen samen een kind.
En weer vertelde de man aan iedereen die het maar horen wilde hoe gelukkig hij was met zijn vrouw, met zijn kind en zijn nieuwe huis met de prachtige tuin. Zijn vrouw en zijn kind vertelde dat hij alles voor ze over had en er altijd voor ze zou zijn.
Dus keek hij tv terwijl zijn vrouw voor de huilende baby zorgde.

Toen het huis en de tuin ingericht waren zoals ze het zich gedroomd had, moest de vrouw gelukkig zijn met haar man, haar kind en haar huis met prachtige tuin.
Maar ze was er te moe voor. Te moe doordat ze al die tijd de man had helpen herinneren hoe gelukkig hij was met haar zodat ie eens een avond thuisbleef. Hoe gelukkig hij was met zijn kind, zodat ie ook eens een keer de huilende baby koesterde. Hoe gelukkig hij was met zijn huis met prachtige tuin, zodat ie ook eens wat repareerde of het gras maaide.
Dus ging de vrouw weg en liet hem het huis met de  prachtige tuin.

En de vrouw? Ze nam haar kind mee, viel met hem in haar armen in slaap en droomde van een prins die haar wakker kuste.

 

 

 

 

 

Pokerface

Thomas zit onderuit gezakt op de bank naar de tv te kijken. Het programma gaat volledig aan hem voorbij. Rook kringelt omhoog uit de overvolle asbak. De koffie is koud geworden. Buiten is het somber, het regent en stormt al de hele ochtend. Code Oranje volgens het KNMI. Dat geeft hem wel het gevoel dat het lot hem gunstig gezind is. Onmogelijk dat Fenna nu haar rijbewijs haalt. Zouden zijn schietgebedjes geholpen hebben?
Hij ergert zich meteen mateloos aan deze gedachte. Hij zucht. Wie had dat ook gedacht. Gezellig met het personeelsuitje naar het casino. Hij was er nog nooit geweest en voelde zich dan ook als een kleine jongen die op avontuur is. Black Jack, roulette, gokkast en fruitautomaat konden hem niet boeien, maar het pokerspel had hem al snel te pakken gekregen. Aan het einde van de avond had hij niet alleen de inleg die alle personeelsleden hadden gekregen vergokt, maar ook al het geld dat hij voor de trip naar Parijs met Fenna had gespaard was als sneeuw voor de zon verdwenen. Hij stampvoet nog bij de gedachte er aan, boos als een klein kind. Hoe had hij toch zo stom kunnen zijn. Zijn hoofd bonkt, te weinig slaap, teveel drank en een dijk van een probleem. Koortsachtig had hij vannacht zijn hersens gepijnigd over een oplossing, die hij uiteindelijk vond. Hij was er niet trots op. Maar hij zag geen andere uitweg, geen andere keus dan de haar beloofde trip naar Parijs uit te stellen. Lees verder “Pokerface”

Keramiek

“Chinese draak”  gemaakt tijdens een workshop “Keramiek beschilderen”

 

“Korenbloemen ”  gemaakt tijdens een workshop “Keramiek beschilderen”