Van mezen en muizen

Ze zijn te vroeg dit jaar, bijna twee maanden zelfs. De kuifmezen en de koolmezen. Ze zijn aardig in de war van de hoge temperaturen al regent het wel pijpenstelen.
Is het dezelfde kuifmees van vorig jaar? Met een nieuwe vriendin? Wat zou er met de vorige gebeurd zijn? Er zijn maar weinig andere koolmezen te zien en van een ruzie over wie welk nestkastje mag gebruiken, is er deze keer dan ook geen sprake.
De kuifmees is druk in de weer met een koolmees. Ik had geen idee dat die kruisbestuiving mogelijk was. Ik dacht dat ze het netjes binnen hun eigen soort hielden. Maar grenzen lijken te vervagen. Multiculturele  mezen?

Kuifmees en koolmees, ik verheug me al weer op het verleidingsritueel. Toch blijkt dat dit jaar heel anders dan vorig jaar te zijn. Zou dat met het verschil in mezencultuur te maken hebben?
Hij probeert indruk op haar te maken door zijn vleugels wijd uit te spreiden. Zo lijkt ie groter en sterker. Dat is nog hetzelfde als vorig jaar. Maar iets nieuws: hij zweeft van het hekwerk naar een rieten tuinstoel en weer terug. Dat herhaalt hij talloze keren. Alsof je naar een tenniswedstrijd kijkt en de bal steeds moet volgen. Je krijgt er kramp van in je nek.  Zou de dame in kwestie waar al die capriolen voor worden uitgehaald daar ook last van hebben?
Het nestkastje heeft ze inmiddels wel geïnspecteerd. En goedgekeurd, want ze komt er steeds terug.
Ik ben benieuwd wat het gaat worden. Voorlopig wordt er nog geen takje of ander klein spul naar binnen gesjouwd. Grote schoonmaak heeft er ook nog niet plaatsgevonden.
Verder zie ik weinig vogels, hooguit een enkele ekster die in zijn zwart-witte verenpak en met schor gekrijs de boel probeert op te jagen. Dat maakt geen indruk op de vele meeuwen en ganzen die zich hier regelmatig  verzamelen voor brood en ander spul. Tja, waar zullen ze ook moeite voor gaan doen en zelf gaan foerageren als ze het zo makkelijk voor hun snavel gegooid wordt. Je kunt er met de meeuwen zelfs de klok op gelijk zetten. Daar wordt blijkbaar op vast tijden voor eten gezorgd. Dan staat het grasveld ineens vol met geduldig wachtende meeuwen. Groen gras bezaaid met witte vlekken. Geen gekrijs of gevecht. Ze weten dat ze allemaal genoeg krijgen.

Op mijn balkon staat een gieter. Ik dacht dat er een droog blaadje op was gewaaid, maar het blijkt een veldmuisje te zijn. Die klimmen hier regelmatig tegen de muren omhoog, zelfs de negende etage is een peulenschilletje voor ze. Gelukkig blijven ze buiten, tenminste ik heb er binnen nog geen gespot.
Maar het leven is hard voor een veldmuisje. Meestal wordt hij van het gras geplukt door een vogel die in hem een smakelijke hap herkent. Dit muisje heeft het echter slechter getroffen. Hij is in de gieter gevallen. Daar stond water in. Hij heeft zich van de verdrinkingsdood weten te redden door zich tegen de gladde binnenkant omhoog te werken. Normaal is die tuit ruim genoeg om er doorheen te kruipen, maar de klim zal teveel voor hem zijn geweest. Waarschijnlijk is hij uitgeput geraakt door het geklauter tegen de hoge en gladde wand. Hij is op de rand van de tuit blijven steken. In het zicht van de vrijheid aan zijn einde gekomen. Dood. Wat sneu vind ik dat.
Maar niks menselijks is mij vreemd. Na enig gewurm kan ik hem losmaken en met een grote zwaai verdwijnt hij richting het grasveld om alsnog een smakelijk hapje voor een vogel te zijn.
Even later herneemt het gewone leven zich en verzamelen de meeuwen zich voor hun ontbijt.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *