Pokerface

Thomas zit onderuit gezakt op de bank naar de tv te kijken. Het programma gaat volledig aan hem voorbij. Rook kringelt omhoog uit de overvolle asbak. De koffie is koud geworden. Buiten is het somber, het regent en stormt al de hele ochtend. Code Oranje volgens het KNMI. Dat geeft hem wel het gevoel dat het lot hem gunstig gezind is. Onmogelijk dat Fenna nu haar rijbewijs haalt. Zouden zijn schietgebedjes geholpen hebben?
Hij ergert zich meteen mateloos aan deze gedachte. Hij zucht. Wie had dat ook gedacht. Gezellig met het personeelsuitje naar het casino. Hij was er nog nooit geweest en voelde zich dan ook als een kleine jongen die op avontuur is. Black Jack, roulette, gokkast en fruitautomaat konden hem niet boeien, maar het pokerspel had hem al snel te pakken gekregen. Aan het einde van de avond had hij niet alleen de inleg die alle personeelsleden hadden gekregen vergokt, maar ook al het geld dat hij voor de trip naar Parijs met Fenna had gespaard was als sneeuw voor de zon verdwenen. Hij stampvoet nog bij de gedachte er aan, boos als een klein kind. Hoe had hij toch zo stom kunnen zijn. Zijn hoofd bonkt, te weinig slaap, teveel drank en een dijk van een probleem. Koortsachtig had hij vannacht zijn hersens gepijnigd over een oplossing, die hij uiteindelijk vond. Hij was er niet trots op. Maar hij zag geen andere uitweg, geen andere keus dan de haar beloofde trip naar Parijs uit te stellen. “Oké, pap. Vertel het me maar. Wanneer gaan we naar Parijs?” Uitgelaten komt Fenna de kamer in gerend. Vol trots zwaait ze met het felbegeerde roze papiertje. Haar wangen hebben rode blosjes en haar ogen stralen. “Ik heb het gehaald! Goed, hè. En dat met dit rotweer. Ik snap ook niet hoe ik dat voor elkaar gekregen heb. Examen doen tijdens code Oranje. Dat dat mag”
Thomas zucht en verzamelt al zijn moed. Met de vrolijkste lach op zijn gezicht die hij maar kan bedenken, omhelst hij haar “Meid, van harte gefeliciteerd!” Hij houdt haar een armlengte van zich af en kijkt haar eens goed aan. “Wat ben ik trots op je. Mijn Fenna, in één keer haar rijbewijs. Er zijn er niet veel die je dat nadoen.” Hij kust haar op beide wangen, bukt zich en tovert vanachter de leren bank een prachtige bos felgekleurde bloemen tevoorschijn. Hij kust haar nog een keer op beide wangen. “Gefeliciteerd!”. Fenna duwt haar neus in de bloemen, danst door de kamer en giechelt en lacht van blijdschap. Hij vindt haar net een jong veulen dat voor het eerst in de wei dartelt. Wat een prachtmeid is ze toch. Zijn dochter, die hij voor de gek gaat houden.

Hij probeert de vervelende boodschap uit te stellen en wil haar zo lang mogelijk laten praten. “Vertel eerst eens hoe het gegaan is. Want met dit weer, zal het wel moeilijk rijden zijn geweest. Had je veel last van het water op de weg? Welke bijzondere verrichtingen moest je doen? Wil je trouwens wat drinken, een kop koffie of iets feestelijkers, een glaasje wijn?”.
Fenna trekt haar jas uit en schudt haar haren los. “Doe maar witte wijn, pap.” Vol overgave en met gevoel voor drama vertelt ze hoe het examen verlopen is. Ze springt van de hak op de tak en struikelt bijna over haar eigen woorden. “Ik ben op die nieuwe snelweg geweest, je weet wel de A-51. Gelukkig was het niet druk. Dat zal ook wel door het slechte weer komen. Al dat opspattende water van passerende auto’s, die rukwinden, best eng. En weet je, pap, fileparkeren gaat áltijd fout. Maar vandaag niet. Het was een plaatje, volgens de examinator. Ik was er zelf stomverbaasd over. Het gaf me zo’n zeker gevoel dat de rest een fluitje van een cent was. De enige opmerking aan het eind was dat ik te zeker rijd en dat ik daardoor slordig kan gaan rijden. Maar zeg nou zelf, pap, hoe kun je nu te zeker rijden?”

Thomas knikt een beetje afwezig. Ze merkt het niet. “Nou pap, voorlopig ga ik genieten. En een autootje kopen en dan veel rijden. En bij dat genieten hoort Parijs, dus kom maar op, wanneer gaan we, pap. “Thomas reikt haar het glas wijn aan. “Proost”. Nerveus steekt hij een sigaret op. Dan haalt hij een langwerpig, plat pakje tevoorschijn. “Fenna, hier, voor jou, een symbolisch cadeau. “ Verrast scheurt ze het goudkleurige papier open. Haar groene ogen kijken vragend “Een wegenkaart? Ik had een vliegticket verwacht.“
Thomas kijkt weg, zijn ogen blijven hangen bij de tv waar de reclames voorbij schetteren. “Fenna, schat, ik heb een fantastisch plan. Ik vind het zó geweldig dat jij je rijbewijs hebt gehaald, dat ik je mijn auto toevertrouw. Jij mag ons naar Parijs rijden. In de nazomer, dan is de stad op zijn mooist. En dan espresso drinken op een terrasje in Mont Martre of het Quatier Latin, samen op de Eiffeltoren, een rondvaart over de Seine, een bezoek aan het Louvre. Wat je maar wilt. Mijn dochter als mijn privé-chauffeur, dat lijkt me te gek.”
Even aarzelt Fenna, maar dan omhelst ze Thomas. “Pap, mag ik echt in jouw auto rijden? Die grote bak? En dan helemaal naar Parijs? Dat je me dat toevertrouwt! Wat een ben je toch een fijne vader. Wat een verrassing. Dat is veel leuker dan met het vliegtuig. Hoeveel dagen gaan we dan? Krijg ik dan ook een chauffeurspet?”, lacht ze.

Wat ongemakkelijk door zoveel enthousiasme kijkt Thomas weg naar de tv, zijn aandacht wordt getrokken door een reclame. Een man heeft bij de plastisch chirurg zijn gezicht strak laten trekken tot een pokerface, zodat hij in het casino kan bluffen zonder dat ze aan zijn gezicht kunnen zien hoe zijn kaarten zijn.

Fenna schatert. “Kijk pap, die is leuk. Zo´n gezicht heb jij niet nodig. Jij komt toch nooit in het casino.” Thomas trekt een grimas. Ze moest eens weten…..

 

2 antwoorden op “Pokerface”

  1. Wat een prachtige verhalen, zo beeldend geschreven, ik ben er gewoon een beetje bij.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *